Een van de meest bekende patronen in technische analyse wordt het ‘hoofd-en-schouderpatroon’ genoemd. Het patroon beschrijft een ommekeer in de markt en is een van de meest betrouwbare signalen in de technische handel. Tegelijkertijd is het patroon makkelijk te begrijpen, zelfs voor beginners.
Wilt u beginnen met daytrading? Wij kunnen Markets.com aanbevelenSe mere |
In de klassieker ‘Technical Analysis of Stock Trends’ uit 1948 wordt het hoofd-en- schouderpatroon “een van de meest voorkomende en meest betrouwbare patronen” genoemd. Deze definitie is nog altijd van toepassing, ondanks de ruis op moderne markten, de chaos van algoritmes en high frequency trading. Een hoofd-en-schouderpatroon duidt op een omkering en kan zowel bovenin als onderin een trend worden gevormd. Het hoofd-en-schouderpatroon wordt daarom ook wel een hoofd-en-schoudertop of hoofd-en-schouderbodem genoemd. Een klassieke topformatie (fig.1) bestaat uit twee toppen die op bijna hetzelfde niveau de schouders vormen. Hiertussen staat een iets hogere top, het hoofd. De bodem van de formatie wordt de halslijn genoemd en moet worden doorbroken om het patroon te voltooien. Na het doorbreken van de halslijn hoopt de trader dat de markt zich terug zal trekken tot een afstand die ten minste gelijk is aan de afstand van het hoofd tot de halslijn (H) in figuur 1. De halslijn wordt getekend tussen de twee bodems die door de schouders worden gevormd. Het doorbreken van deze lijn voltooit de formatie en is tegelijkertijd een signaal om in of uit te stappen. De hoofd-en-schouderformatie komt voor in alle tijdframes, van enkele minuten tot weken of zelfs maanden. Hoe langer het timeframe is, hoe betrouwbaarder het patroon meestal is. Handelt u op een platform dat ook het volume op de markt weergeeft, dan ziet u doorgaans een stijging als de koers door de halslijn breekt. Hoe hoger het volume rond dit punt is, hoe meer valide het patroon is.
Wilt u beginnen met daytrading? Wij kunnen Markets.com aanbevelenSe mere |
Fig. 2 toont een hoofd-en-schouderpatroon in het europond-valutapaar op een 1-uurgrafiek. Dit is een versie van het patroon met een brede linkerschouder
Fig. 3 toont een hoofd-en-schouderpatroon in de DAX op een daggrafiek. Hoewel de halslijn scheef staat, is er nog steeds sprake van een geldig signaal.
Fig. 4 toont een hoofd-en-schouderpatroon in het Deense aandeel ISS op een daggrafiek. Ook hier is er sprake van een scheve halslijn en heeft de rechterschouder een dubbele top. Na het doorbreken van de halslijn is er echter sprake van een flinke daling.
Fig. 5 toont een hoofd-en-schouderpatroon in het valutapaar AUDUSD. De bodemformatie wordt gekenmerkt door dezelfde patronen als de topformatie, maar dan omgekeerd.
Fig. 6 toont de olieprijs op een weekgrafiek. Hier zien we een bijna perfecte hoofd-en-schouderbodem. De handelsstrategie is simpel: Na een afgeronde topformatie gaat u short na het doorbreken van de halslijn. Wordt dit gevolgd door hoge volumes, dan kunt u doorgaans met meer leverage handelen. De minimale doelprijs komt overeen met de afstand tussen het hoofd en de halslijn. Stop-losses worden meestal net boven de rechterschouder geplaatst als de verhouding tussen risico en rendement acceptabel is, het liefst hoger dan 1:3. Na het doorbreken van de halslijn kan er een kleine correctie plaatsvinden, waarbij de prijs weer terug naar de halslijn kruipt. In dit voorbeeld wordt de halslijn een weerstand. Traders die weinig risico willen nemen, kunnen wachten met het openen van een positie totdat deze correctie is voltooid en men zeker weet dat de halslijn echt een weerstand is geworden. Verder is het voor iedereen gewoon een kwestie van geduld hebben als de koers deze klassieke correctie doorloopt. [table “30” not found /]
De strijd tussen kopers en verkopers: om de psychologie achter het hoofd-en-schouderpatroon te begrijpen, moet u zich inbeelden dat de stemming onder kopers uitstekend is tijdens een opwaartse trend. Plotseling slaat de stemming om en gaan sommige speculanten twijfelen over het verdere verloop van de trend. De eerste verkooporders worden geplaatst. Hierdoor ontstaat de linkerschouder. Na enige tijd keert het enthousiasme weer terug en neemt het aantal kopers weer toe, in de hoop dat de oorspronkelijke trend nog intact is. Wanneer de koers tot boven de top van de linkerschouder stijgt, ontstaat er echter weer twijfel. Was de correctie, linkerschouder, toch geen teken van zwakte? Deze twijfel zorgt voor een toename van het aantal verkopers, waardoor het ‘hoofd’ van het patroon wordt gevormd. De verkoop gaat door totdat de halslijn weer wordt geraakt, waar er nog steeds kopers actief zijn na de vorige correctie. Deze kopers kunnen de koers omhoog stuwen tot de top van de eerste schouder. Op dit punt nemen de verkopers het initiatief echter weer over. De prijs wordt nu op volle snelheid omlaag gestuurd en wanneer de halslijn wordt doorbroken, ontstaat er paniek. Er zijn maar weinig trader dapper genoeg om nu te kopen. De koers herstelt ook niet meer tot boven de halslijn. De markt wordt gestuurd door angst en de koers daalt overeenkomstig gestaag verder. Het patroon is voltooid en de opwaartse trend is veranderd in een neerwaartse trend.